Vanuit de theorie

Belangrijke definities

Lage inkomensgrens: de grens die voor alle jaren en voor alle huishoudens eenzelfde koopkracht vertegenwoordigt (CBS).

Armoedegrens: het inkomen dat iemand nodig heeft om te kunnen voorzien in basisbehoeften.

Sociaal minimum: het bedrag dat iemand minimaal nodig heeft om van te kunnen leven. Het sociaal minimum is niet voor iedereen hetzelfde, het is afhankelijk van de leeftijd en de leefsituatie van de persoon. Om te bepalen of iemand recht heeft op een toeslag, wordt het bruto loon vergeleken met het sociale minimum (uwv).

Werkeloosheidswet-uitkering

Voorwaarden om in aanmerking te komen voor een WW-uitkering

1. Je moet verzekerd zijn voor werkloosheid en de AOW-leeftijd nog niet bereikt hebben.

2. Wanneer je 5 of meer arbeidsuren per week verliest en je geen recht hebt op loon over die uren.

3. Je in minimaal 26 weken hebt gewerkt in de 36 weken voordat je werkloos werd.

4. Je niet door eigen schuld werkloos bent geworden. Als je zelf ontslag neemt, heb je alleen in uitzonderingsituaties recht op een WW-uitkering (Rijksoverheid, n.d.).

Aanvullende uitkering bovenop de WW-uitkering

Wanneer de WW-uitkering niet hoog genoeg is om het gezin te onderhouden, dan kan er een beroep worden gedaan op de Toeslagenwet. Deze wet vult de uitkering dan aan tot het sociaal minimum. Hoe hoog dit sociaal minimum is, is afhankelijk van de leeftijd en de leefsituatie van de desbetreffende persoon (Rijksoverheid, n.d.).

De bijstandsnorm

De bijstandsnorm is het bedrag dat iemand aan algemene bijstand kan ontvangen. De bijstandsnorm bestaat uit een basisuitkering, waarbij eventuele toeslagen worden opgeteld. De hoogte van de basisuitkering  is wettelijk vastgesteld en is afhankelijk van de leeftijd en de leefsituatie.

Wettelijke basisuitkering

+ Toeslag (maximaal 20%)

- Verlaging

= Bijstandsnorm

De bijstandsuitkering

De bijstandsuitkering is er als vangnet van de sociale zekerheid in Nederland. Men heeft enkel recht op een bijstandsuitkering als men zichzelf niet kan voorzien in eigen levensonderhoud. Het niet kunnen voorzien in eigen levensonderhoud, houdt in dat men geen geld heeft om huur, eten, drinken, kleding, ziektekosten, gas, water en licht te betalen. Ook van belang is dat men geen recht heeft op een andere uitkering of regeling (Recht op bijstand, 2014).

Men heeft recht op een bijstandsuitkering wanneer men aan een aantal voorwaarden voldoet:

1. Men moet Nederlander zijn.

2. Men woont en verblijft in Nederland.

3. Men is niet uitgesloten voor de uitkering.

- Men is uitgesloten onder de volgende omstandigheden: men is gedetineerd, men verblijft langer in het buitenland dan toegestaan, men is jonger dan 18 jaar, men heeft bijstand nodig om een schuld af te lossen, men heft bijstand nodig omdat men onbetaald verlof heeft opgenomen, men heeft bijstand nodig omdat men staakt, men is 18, 19 of 20 jaar en verblijft in een inrichting, men is jonger dan 27 jaar maar wil arbeidsverplichtingen niet nakomen.

4. Men heeft niet voldoende inkomen (Recht op bijstand, 2014)

Langdurigheidstoeslag

De langdurigheidstoeslag is een eenmalige uitkering voor wie langdurig moet rondkomen van een laag inkomen. Iedere gemeente bepaalt zelf wat zij verstaan onder een langdurig laag inkomen. Het mag enkel niet hoger zijn dan 100% van de bijstandsnorm (Recht op bijstand, 2014).

Om recht te hebben op een langdurigheidstoeslag, moet men voldoen aan een aantal voorwaarden.

1. Men moet tussen de 21 jaar en de pensioengerechtigde leeftijd zijn.

2. Men mag niet meer vermogen bezitten dan toegestaan voor de bijstand.

3. Men mag geen uitzicht hebben op inkomensverbetering.

4. Wanneer men op de peildatum gehuwd is, dan gelden deze voorwaarden ook voor de partner (Recht op bijstand, 2014).

De voedselbank

Men kan gebruik maken van de Voedselbank wanneer het besteedbaar inkomen lager is dan de volgende bedragen (Recht op bijstand, 2014).

Maximaal besteedbaar inkomen
Eenpersoons huishouden	€ 180
Meer volwassenen vanaf 18 jaar	+ € 60 p.p.
Kinderen tot en met 18 jaar	+ € 50 p.p.