donderdag 5 juni 2014

Beeldvorming projectgroep

Hier vindt u een uitgebreid verslag van de beeldvorming van de projectgroep. Iedereen benoemt individueel hoe zij eerst naar de doelgroep keken en hoe ze nu naar de doelgroep kijken. Heeft taaktoets 1 (het interview) en het hele blok invloed gehad op de beeldvorming van de studenten?
Kelsey
Vooraf aan het interview stond ik redelijk neutraal tegenover de doelgroep. Enerzijds omdat ik weet dat ik mensen geen etiket moet opplakken. Dit omdat iedereen anders is en iedereen wel een reden heeft waarom hij of zij tot de doelgroep behoort. Ik heb van thuis uit geleerd om mensen gelijkwaardig te behandelen en geen onderscheid te maken. Anderzijds hebben uitspraken van anderen ook wel invloed op mij gehad. Als je maar vaak genoeg hoort dat minima mensen zijn die niet willen werken, dan zet je dat wel aan het denken. Ook omdat ik momenteel niemand binnen deze doelgroep ken. Vroeger kende mijn vader wel een koppel waarvan de man gokverslaafd was, zonder dat zijn vrouw dit wist. Hij had een eigen stucadoorsbedrijf en regelde de financiën waardoor zijn vrouw niets mee kreeg van zijn verslaving. Toen ze merkte dat er steeds minder geld binnen kwam, is ze dit gaan onderzoeken. Nu bleek dat hij vrijwel al het geld had opgemaakt. Op dat moment heeft zij een scheiding aangevraagd en heeft ze door deze situatie lang in de bijstand gezeten. Als je een dergelijke situatie van dichtbij meemaakt, dan verandert dat wel iets in je beeldvorming over mensen binnen deze doelgroep.
Het interview heeft niet zozeer een invloed gehad op mijn beeldvorming van de doelgroep. Wel heeft het mijn beeldvorming over de mens in het algemeen veranderd. Ik heb nu gezien dat je met doorzettingsvermogen heel erg ver kunt komen. Daarbij heb ik ook geleerd dat je niet per se een economische bijdrage hoeft te leveren om in deze maatschappij te kunnen participeren. Enkel al door vrijwilligerswerk te doen, kun je volgens Schermer een bijdrage leveren en daarbij op maatschappelijk niveau participeren (Schermer, 2013). Ook heeft het mijn beeldvorming over de maatschappij veranderd. Ik ben er achter gekomen dat een groot aantal mensen met vooroordelen naar deze doelgroep kijkt. Daarbij heb ik gemerkt dat het lastig is deze vooroordelen weg te halen. Zelfs wanneer je een tegendeel bewijst, is het nog lastig om de beeldvorming te veranderen.

Paul
Persoonlijk kan ik zeggen dat ik ook geen negatief beeld heb van de personen binnen de doelgroep.
Dit omdat ik vanuit mijn eigen referentiekader en opvoeding heb meegekregen dat ik mensen in hun waarde moet laten. Zo ben ik me er dan ook van bewust dat er genoeg mensen zijn die pech hebben door bepaalde keuzes die ze gemaakt hebben.
 Wel kan ik me voorstellen dat er genoeg mensen zijn die misbruik maken van het huidige systeem en dus echt ‘uitkering trekken’. Deze beeldvorming is ontstaan uit het feit dat ik in het verleden ook contact heb gehad met mensen die het wel prima vonden zoals het geregeld was en dus geen moeite deden om het te veranderen en weer zelfstandig te worden.
Ook dit is vaker op televisie naar voren gekomen in verschillende programma’s op de landelijke zenders. Wat natuurlijk ook een grote bijdrage kan leveren aan beeldvorming van een groot deel van de bevolking.
 Al mijn hierboven genoemde vooroordelen zijn ook bevestigd in het interview met mijn informant.
Zo gaf hij ook aan dat hij snapt dat er mensen zijn die negatieve beelden hebben over mensen in zijn situatie. Echter geeft hij daarbij aan dat hij zichzelf hier niets van aantrekt aangezien hij zichzelf ziet als een slachtoffer van de krimp in de arbeidsmarkt. Ook geeft hij aan dat hij genoeg sollicitaties heeft lopen maar dat overal waar hij solliciteert het bericht krijgt dat ze iemand hebben gevonden die toch net iets meer de voorkeur heeft dan hij. Wat natuurlijk vrij demotiverend kan werken.

Rosanne
Door deze opdracht is mijn beeld omtrent minima ontzettend veranderd. Ik had het gevoel dat dit alleen speelde in bijvoorbeeld achterstand wijken, waar ik zelf geen kennissen of familie heb wonen en dacht ook niet mee in contact te komen. Door deze opdracht ben ik gaan inzien dat het dichter bij zit dan gedacht. Alleen al de hoeveelheid mensen die er op de een of andere manier mee te maken hebben uit mijn tutorgroep, shockeerde me ontzettend. Maar ook in mijn eigen omgeving. Dat het zo dichtbij van toepassing was, had ik nooit gedacht.
Niet alleen mijn beeld ten opzichte van minima is veranderd maar ook mijn gedachtegang. Het verhaal achter het minima zijn voor haar heeft mijn beeld beïnvloed. Eerst dacht ik altijd dat het een beetje aan de persoon zelf lag. “Had vroeger dan harder geleerd” of “Werk dan gewoon wat harder en langer” was vaak mijn gedachtegang. Na deze opdracht zou ik deze denkwijze niet meer gauw aannemen en vind ik het zelfs er kortzichtig en oppervlakkig om op deze manier over de doelgroep te praten.  Ik ben gaan inzien hoe het kan lopen en dat er altijd een verhaal achter zit. Dat ieder mens zijn individueel verhaal heeft en dat geen één minima hetzelfde benaderd kan worden. Het interessante vind ik dan ook “het verhaal achter het verhaal geworden”. Dat deze persoon een minima is, is al een verhaal op zich, maar het verhaal wat daar nog eens achter zit heeft mij bij dit interview ontzettend aangesproken en aangegrepen.

Anela
Tijdens dit interview ben ik er achter gekomen dat je bij mensen geen label kan plakken of in hokjes kan plaatsen, hoe praktisch dit voor ons kan zijn. Ieder mens heeft zijn of haar eigen verhaal die je eerst moet kennen voordat je oordeelt.
Bij minima dacht ik meestal dat het mensen zijn die niet willen werken. Nu weet ik ook dat er mensen zijn die juist wel willen werken maar het niet kunnen omdat zij bijvoorbeeld ziek zijn zoals mevrouw en haar man. Immers kun je niet altijd zien aan een persoon of diegene ziek is of niet. Je kunt niet aan mevrouw zien of zijn artrose en osteoporose heeft, en aan haar partner kun je niet zien dat hij voor een deel is afgekeurd.
Het kan ook zo zijn dat zij door omstandigheden in de minimagroep zijn gevallen. Zoals wij bij mijn geïnterviewde hebben gezien. Zij heeft nooit haar diploma behaald omdat zij haar moeder ging helpen.
‘Het is niet zozeer een kwestie dom zijn of pech hebben maar meer het ontbreken van kansen’

Patricia
Mijn beeldvorming over de doelgroep minima is positief veranderd. Ik dacht dat mensen die tot deze doelgroep behoren niet willen werken of wellicht lui zijn. Dit interview heeft een andere kant laten zien van een persoon die zich in deze situatie begeeft.
Dit interview heeft me bewust gemaakt dat niet alle mensen die tot deze doelgroep behoren hier zelf schuld aan zijn, of te wel niet willen werken. De persoon die ik heb geïnterviewd heeft altijd opgestaan voor werk zelfs als vrijwilligster. Dit interview was een echte ‘eye-opener’. 
Ik ging dit interview in zonder vooroordeel. Ik was benieuwd naar de persoon en het verhaal erachter. Naarmate het interview vorderde raakte ik steeds meer geïnteresseerd in het verhaal en merkte ik ook dat het me emotioneel raakte.
De kracht en de positieve energie die S. uitstraalde was enorm, ik raakte hiervan onder de indruk. Ik vind het mooi om te zien dat een persoon in deze situatie het lachen niet is vergaan. Ik ben erg van onder de indruk dat S. desondanks de situatie de moed niet heeft verloren, en kracht zoekt bij haar naasten en dat familie ontzetten belangrijk is.
Ik ben erachter gekomen dat ook wanneer je wieg op een goede plek heeft gestaan het kan misgaan door een echtscheiding, schulden, of werkeloosheid. Vooral als je niemand hebt om op terug te vallen kan het leven dan heel moeilijk zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten