woensdag 25 juni 2014

Onderbouwing spellen


Spel 1: Wie is de minima?
Dit spel is gebaseerd op het gezelschapsspel ‘wie ben ik?’
We willen de gasten tijdens dit spel tegen elkaar laten spelen. Afhankelijk van het aantal bezoekers maken we groepen of laten we individuen tegen elkaar spelen. Het is de bedoeling dat de gasten één voor één een kaartje omklappen waarvan zij denken dat die persoon geen minima is. Uiteindelijk blijft er een kaartje over waarvan de gasten denken dat hij/zij de minima is.
Tijdens het spel zullen een aantal leden van de projectgroep vragen stellen aan de gasten. Uit deze vragen willen wij erachter komen waarop de gasten hun keuze baseren met betrekking tot het omklappen van een kaartje.
Ook zal er uitleg gegeven worden vanuit de projectgroep. Er zal uitgelegd worden dat ‘de minima’ niet bestaat. Iedereen binnen deze maatschappij kan door omstandigheden opeens tot de doelgroep minima behoren. Bewust maken van dit feit dat is het doel van het spel.

In dit spel staat de diversiteit centraal. Door de bezoekers bewust te maken van hun eigen vooroordelen, zullen we uiteindelijk ervaren dat dé minima niet bestaat. Door het stellen van reflectieve en inhoudelijke vragen, willen wij ze bezoeker een spiegel voorhouden. Hopelijk zal de bezoeker dan bij zichzelf nagaan waarom hij of zij bepaalde denkbeelden heeft.

Argumenten voor dit spel:
-      Diversiteit (HC antropologie): dit sluit aan bij twee smart-doelen. Men bewust maken dat er ook werkende minima zijn (59% onderzoek) maar ook bewust maken dat veel mensen met een laag inkomen wel vrijwilligerswerk doen (maatschappelijke participatie HC organisatiekunde).

Spel 2: Ervaringsleren
Het tweede spel bestaat uit een aantal onderdelen.
Nadat de gasten het eerste spel gespeeld hebben wordt aan hen gevraagd of zij een drankje willen. Zodra hier ‘ja’ op gezegd wordt dienen zij eerste een persoonlijke vragenlijst in te vullen.
De vragenlijst zetten wij in om de gasten te laten ervaren dat de doelgroep minima ook heel veel moet prijs geven om er iets kleins voor terug te krijgen. De leden van de projectgroep zullen de gasten, nadat ze de vragenlijst hebben ingevuld vragen hoe zij dit hebben ervaren. Wij willen hiermee bereiken dat de gasten over hun eigen gevoel, welke zij hebben ervaren, reflecteren. Wij zullen dit onderbouwen aan de hand van de cognitieve psychologie.
Na het invullen van de vragenlijst wordt er door de projectgroep gevraagd of de gasten 0,50euro te besteden hebben voor het drankje. Het geld van de gasten wordt verzameld in een collectebus die wij zullen ontvangen van Het Vincentiushuis. De projectgroep zal uitleggen wat het Vincentiushuis doet en wat er met het geld zal gebeuren. Wanneer de gasten geen 0,50euro te besteden hebben, dienen zij hun eigen drinkbeker af te wassen. Onder het motto; ‘voor wat hoort wat’.
Nadat de spellen zijn gespeeld worden de gasten bedankt voor hun deelname. Tevens wordt er door de projectgroep gevraagd hoe de gasten de spellen hebben ervaren en of dat hun kijk naar de doelgroep is veranderd.

Argumenten voor dit spel:
-      De hieronder genoemde cognitieve psychologie: het ervaringsleren.
-      De minima moet veel prijsgeven om in basisbehoeften te kunnen voldoen, dit willen wij de mensen laten ervaren.
-      Wij zetten een donatie voor het goede doel in om te laten zien dat je je medemens al op een gemakkelijke manier kunt helpen.



Cognitieve psychologie
Volgens de cognitieve psychologie wordt leren niet opgevat als een stimulus-respons verbinding maar als het veranderen van cognitieve schema’s. Men vooronderstelt dat cognitieve schema’s ons gedrag beïnvloeden. Als een cognitief schema verandert door nieuwe ervaringen, dan kan ook nieuw gedrag worden aangeleerd. Wij willen deze theorie toepassen in die zin dat we de bezoekers een bepaalde situatie willen laten ervaren waardoor hun beeldvorming wellicht een beetje kan veranderen. Wanneer men zelf meemaakt wat de minima meemaakt, zullen de vooroordelen wellicht langzaam wegebben en kan het gedrag jegens de doelgroep wellicht worden veranderd.
         Rigter, J. (2004). Psychologie voor de praktijk. Bussum: Coutinho.



Mobiele minima
Wij hebben ervoor gekozen om een mobiele minima in te zetten. Gedurende de manifestatie zal één groepslid over het terrein rondlopen en mensen aanspreken. De persoon in kwestie zal de doelgroep bekendmaken aan de gasten en hen prikkelen om mee te doen aan onze spellen. Wij willen niet afhankelijk zijn van het toeval, maar zelf actief op zoek gaan naar deelnemers. Op deze manier willen we ook mensen betrekken die niet in eerste instantie op onze marktkraam (durven) af te stappen. De mobiele minima neemt deze mensen mee naar onze marktkraam om het spel te spelen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten